Over Marijke

“Mijn materiaal is olieverf en gouache, op doek of papier. Zolang deze verf zo zacht en dof, zo mooi en stralend kan zijn en zo eigenzinnig zijn betekenis kan hebben, hoe zou ik dan kunnen kiezen voor andere media? Als ik iets te zeggen heb, moet die verf dat dus doen.  Mijn schilderijen hebben altijd een duidelijk onderwerp, maar de metamorfose van onderwerp naar schilderij is een lang proces. Daarbij gaat het onderwerp soms onder in de verf en eigenlijk vind ik die schilderijen waar dat gebeurt mijn beste werk. In mijn werk moet ik lang zoeken en overschilderen voor alles op zijn plaats zit en het proces voltrekt zich aan meerdere schilderijen tegelijk. Daarbij verdwijnt de onderlaag niet, maar blijft een belangrijke rol spelen.  In een interview in de Haagse courant in 2001 stelt Verschoor: “Elke vlek is een vorm.” De kracht van haar schilderijen zit hem vooral in de kleur.  Haar voorbeelden zijn de grote coloristen in de westerse schilderkunst: Rembrandt, El Greco, Goya, Cezanne en schilders als Klee, Miró en Giacometti die iedere keer weer nieuwe openingen bieden om verder te gaan. Houtsneden afgedrukt met kleur vormen een interessante afwisseling in haar werk. Ze zijn boeiend door de spelregels en beperkingen van deze techniek, zoals scheiding van vorm en kleur en het spel met het toeval. Lesgeven aan volwassenen en kinderen is, door de wisselwerking, een andere bron van inspiratie en plezier. In 2003 won Verschoor de Artishockprijs 2003 (Museum Rijswijk) met het portret van de schrijver Imre Kertesz.  De jury oordeelde: “Immers, de impact van het werk is enorm, kwaliteit bewijst zich toch, Marijke Verschoor durft de leegte in een doek wel degelijk aan en gaat hier naar de mening van de jury zelfs prachtig mee om. Daarbij zijn de details, zoals delen van het hoofd en de hand, zeer goed geschilderd. De werkwijze van Verschoor, die bestaat uit het voortdurend overschilderen, afkrabben, weghalen en opnieuw schilderen en laag over laag opzetten, bewijst zich hier ten goede. Het geeft het werk niet alleen een fysieke diepte voor wat betreft de verfstructuur, maar ook - in de portrettering van Imre Kertesz - een psychologische diepgang.”
MARIJKE VERSCHOOR   SCHILDERIJEN
       Imre Kertesz, 2001, Olieverf op doek, 90x110 cm
Marijke Verschoor (1953) werkte van 1970 tot 1975 aan  de Vrije Academie in den Haag aan de afdeling vrij  schilderen. Daar kreeg zij onder meer les van Wil  Bouthoorn (1916-2004), met wie zij tot aan zijn overlijden  het leven deelde. In tegenstelling tot de ‘anti  academische’ Vrije Academie van de jaren zeventig,  kreeg zij daarmee een leerschool die zijn oorsprong  vond in de opleiding van de Koninklijke Academie van  Den Haag van voor de oorlog, waar Bouthoorn werd  opgeleid. Dat betekent nadruk op vakkennis. Ook  betekent het dat de schilderkunst gezien wordt als een  doorgaande lijn van het verleden tot in de toekomst. “Ik  voel me geworteld in de Westerse schilderkunst. Mijn  opdracht is het maken van een goed schilderij”, aldus  Marijke Verschoor.”     
Wat ik al schilderend zoek is een helder moment. Dat kan van alles zijn, zwaar en gecompliceerd of juist vederlicht en vrolijk,     een rennend kind of een ruimte vol duistere gedachten.  Mijn werk is dan ook allebei, zware verfkorsten en lichte papiertjes. Als ik ga schilderen sta ik als het ware in een troebel aquarium waarin het water langzaam helder wordt.  Dat kan ik alleen schilderend zo ervaren.   Met die materie is dan alles mogelijk, en je verlangt ernaar dat heldere momen te zien verschijnen. Ik zoek het in een  beweging met mijn hele arm op zo’n groot schilderij Of in een afdruk van een houtsnede op papier, Maar het blijft blijkbaar zo dat  het werkproces meestal lang duurt. Een licht moment is er soms pas na twee jaar verf opbrengen en afschrapen en een houtsnede wordt na het drukken nog vaak opnieuw bewerkt. Die lange omwegen, dat gezwoeg, die verflagen horen dus bij mij, op zoek naar dat ene heldere moment.